Altijd ‘aan’ staan: Wanneer je hard werken verwart met zelfliefde

Gepubliceerd op 16 februari 2025 om 10:11

Soms gebeurt het in een klein moment. Een stilte. Een blik in de verte. Tranen die zich onverwacht aandienen.

In mijn praktijk had ik een sessie met een vrouw die vertelde hoe anderen haar een goed gevoel gaven. Hoe ze trots was op haar werk, haar gezin en haar sociale leven. Hoe ze het gevoel had dat haar zelfliefde wel goed zat. Ze had immers veel om blij mee te zijn.

Ik knikte en glimlachte. “Wat mooi,” zei ik. “En terecht dat je trots bent.” Toen stelde ik haar een vraag. Een vraag die even bleef hangen in de ruimte tussen ons.

"En als je dat allemaal weg zou halen? Je gezin, je werk, je sociale leven. Hoe zou het dan met je zelfliefde zijn?"

Het werd stil. De glimlach verdween langzaam van haar gezicht. Even leek ze naar binnen te keren, op zoek naar een antwoord dat niet meteen kwam. En toen, zonder woorden, kwamen de tranen. Het besef drong binnen: alles wat ze over zichzelf zei, was verbonden met wat ze deed. Niet met wie ze was. Haar eigenwaarde was gebouwd op prestaties, op verantwoordelijkheden, op het gevoel nuttig en nodig te zijn. Maar wie was zij, los van al die rollen?

Dat is een vraag die velen van ons diep vanbinnen met zich meedragen, vaak zonder het door te hebben. We leren al vroeg in ons leven dat hard werken beloond wordt, dat succes gezien wordt, dat erkenning voelt als liefde. En als die liefde in onze vroege jaren niet vanzelfsprekend was, dan gaan we ernaar op zoek.

Soms in een baan waarin we onmisbaar willen zijn. Soms in relaties waarin we onszelf verliezen. Soms in een eindeloze drang om te doen, om te bewijzen, om te verdienen. Want als we maar genoeg geven, genoeg presteren, genoeg betekenen… dan zijn we vast waardevol, toch?

Maar dat constante streven heeft een prijs. Niet alleen mentaal, maar ook fysiek. Wanneer onze eigenwaarde onlosmakelijk verbonden is met onze prestaties. Wie ben je dan, los van alles wat je doet?

Als presteren de maatstaf wordt voor je eigenwaarde

In de wereld waarin we leven draait veel om presteren. Hard werken wordt beloond. Succes wordt gevierd. En erkenning voelt als liefde. Als je in je kindertijd weinig liefde en goedkeuring hebt ontvangen, ga je die erkenning buiten jezelf zoeken. Je wordt iemand die hard werkt, altijd bezig is, zich verantwoordelijk voelt voor alles en iedereen.

Niet omdat je dat per se wilt. Maar omdat ergens diep vanbinnen de overtuiging leeft:

"Ik ben pas waardevol als ik iets beteken voor anderen."

Misschien herken je dit:

  • Je voelt je pas goed over jezelf als je nuttig bent.
  • Stilzitten voelt ongemakkelijk, want dan ‘doe’ je niks. 
  • Je legt de lat hoog en bent streng voor jezelf. 
  • Complimenten over je prestaties geven een goed gevoel, maar complimenten over wie je bent voelen ongemakkelijk.

Dit patroon is begrijpelijk, maar ook uitputtend. Want zolang je je eigenwaarde koppelt aan wat je doet, moet je altijd blijven presteren om je goed te voelen. Dat is waarom zoveel mensen constant ‘aan’ staan – niet alleen mentaal, maar ook fysiek.

Hoe dit je lichaam in de overlevingsstand houdt

Als je voortdurend bezig bent om te ‘bewijzen’ dat je er mag zijn, ervaart je lichaam dit als een vorm van stress. Je sympathische zenuwstelsel, dat verantwoordelijk is voor de vecht- of vluchtreactie, blijft geactiveerd. Dit betekent dat je lichaam eigenlijk nooit écht kan ontspannen en herstellen. Je zenuwstelsel zit vast in de aan-stand.

Dit kan zich uiten in:

  • Vermoeidheid, zelfs na een goede nachtrust
  • Gespannen spieren en hoofdpijn
  • Een opgejaagd gevoel, zelfs in rust
  • Moeite met écht ontspannen of ‘niks doen’

Je lichaam leeft alsof het moet blijven rennen om ‘veilig’ te zijn. Maar de veiligheid die je zoekt – gezien worden, geliefd zijn – zit niet in het harde werken. Die zit in jou. In het besef dat je al genoeg bent, precies zoals je bent.

Jij bent al iemand – zonder dat je iets hoeft te bewijzen

Zelfliefde gaat niet over trots zijn op wat je bereikt. Het gaat over voelen dat je ook waardevol bent zonder die prestaties. Dat je oké bent, ook als je even niks doet. Dat je niet méér ruimte verdient door harder te werken, maar dat je er gewoon mag zijn
In dit proces mag je mild zijn naar jezelf. Het is niet de bedoeling dat je jezelf veroordeelt omdat je vooral bezig was met jezelf te bewijzen. Dit kwam ergens vandaan, ontstaan in je vroege jeugd. En was er ook om jou te beschermen. 

Maar hoe kom je daar wat los van? Hoe leer je voelen dat jij, zonder al dat harde werken, al genoeg bent?

 

Een kleine oefening: Wie ben je zonder je prestaties?

Neem een moment voor jezelf en schrijf eens op:

Wie ben ik, zonder te noemen wat ik doe?
Niet als ouder, werknemer of partner, maar als mens.

Welke eigenschappen in mijzelf waardeer ik, los van wat ik bereik?
Misschien ben je zorgzaam, creatief, wijs, grappig, gevoelig.

Dit kan in het begin best confronterend zijn. Misschien komt er weerstand op, of voelt het leeg. Dat is niet erg. Het is een teken dat je brein een nieuwe weg moet inslaan – een weg naar zelfliefde die niet gebaseerd is op doen, maar op zijn.

Tot slot: jij mag rusten, jij bent al heel

Je hoeft niet altijd ‘aan’ te staan. Je hoeft niets te bewijzen om waardevol te zijn. Jij, precies zoals je nu bent, bent al genoeg. Je mag ruimte innemen. Je mag rusten. Je mag leren voelen dat je liefde waard bent – gewoon omdat je er bent.

En weet je? Dat is misschien wel de mooiste prestatie van allemaal.